Het afscheid
Zij werden met het nodige geweld
in kartonnen dozen weggeborgen.
Het busje reed op zondagmorgen.
Wij hadden, dacht ik, zelf gebeld.
Je blijft als mens, naïef misschien,
er toch het beste maar van hopen.
Zelf ben ik nog even meegelopen,
ik wou ze toch nog één keer zien.
Ik weet niet wat wij daarna deden.
Het leek zo leeg, zo… zonder reden.
Ik heb, misschien, het gras geharkt.
Ik zie ze 's nachts nog altijd komen,
op en af, in almaar banger dromen,
o, hoe zij lijden op de boekenmarkt!
Paul Bezembinder
Barbarus, 2018