Na uren doelloos dwalen in zijn Clio,
Vinex-wijken, lintbebouwing, industrie,
bedrijfsterreinen, almaar almaar Venlo,
vond hij eindelijk zijn heterotopie: een
pleisterplaats voor plas en cappuccino.
Bij de counter stond een jonge moslima
die zoveel aandacht aan zijn milkshake
schonk, dat haar reflectie in het formica
van het buffet hem als een kleine remake
van een oude meester in de ogen blonk.
Het fastfood evenwel viel tegen, smake-
loze fillers, gratis refills, friet die stonk,
een maaltijd die hem vrij liet fantaseren
over decadente franchisenemers en een
voedselketen die de clientèle leren wou
dat het leven als een straf convex was,
nooit dus lijken zou op een croissant of
bagel, nooit de wegen die van these via
antithese naar synthese leiden konden,
pace Hegel, uit zichzelf ooit nemen zou.
Paul Bezembinder
– Meander, 334, 2016