Hij was piloot. Er ging geen dag voorbij
of hij was op verkenningsvluchten mee,
gelokt door wolkendrift doorkruiste hij
het nevelruim van n'importe welke zee.
Toen zich bij Brise Marine, de rederij,
een ‘situation’ voordeed, ginds op zee,
werd hij gevraagd. Zij schoof langszij,
Ondine, de proxy van monsieur le pdg.
Hij viel. Viel als een blok. Leed averij.
Hij zag in haar zijn afgrond en de ree,
en al wat hij ooit zocht. Ja, zij was vrij,
en wind en water voerden elkaar mee!
Haar mail kwam op een loden dag in mei.
Iets met koudwatervrees. Het was voorbij.
Paul Bezembinder
– Barbarus, 2018